Wat is veerkracht?

Artikel uit TTP nr2 2016

Jan Auke Walburg & Ernst Bohlmeijer

Het vergroten van veerkra(Auteur Jan Auke Walburg & Ernst Bohlmeijer)cht is een van de grote opgaven van deze tijd. Voor organisaties is het een belangwekkende vraag hoe medewerkers optimaal kunnen blijven functioneren en gezond blijven, in een context van continue verandering en toenemende arbeidsproductiviteit. Grootschalig onderzoek in Nederland laat zien dat 12 procent van de werknemers serieuze uitputtingsklachten ervaart (CBS-Statline, 2013). Dit is een signaal van onvoldoende veerkracht bij een grote groep mensen.

■  Jan Auke Walburg & Ernst Bohlmeijer | uit TTP nr2 2016

Veerkracht

In Nederland hebben ruim vijf miljoen mensen chronische of ernstige lichamelijke klachten. Voor hen is het de uitdaging om zich succesvol aan te passen aan de beperkingen die een lichamelijke ziekte met zich meebrengt. Een grote groep mensen slaagt daar uitstekend in, maar er zijn ook veel mensen dit moeilijk vinden en psychische klachten ontwikkelen. Het is wat dit betreft kenmerkend dat gezondheid heden ten dage vaker wordt gedefinieerd als het vermogen zichzelf te managen en zich aan te passen (Huber, 2011). Angst- en stemmingsstoornissen behoren tot de ziektebeelden met de krachtigste invloed wereldwijd. Angst- en stemmingsstoornissen kunnen, voor een deel, worden beschouwd als stressgerelateerde aandoeningen. Het zijn uitingen van door chronische stress disfunctionerende fysiologische systemen (Feltz-Cornelis, 2015). Van chronische stress is sprake wanneer we onvoldoende herstellen en stressreacties langdurig aanhouden. Dit kan zich uiten in gevoelens van ontmoediging en in lichamelijke vermoeidheid en pijn.

Succesvolle aanpassing

Hoe kunnen we veerkracht definiëren? Hier stuiten we direct op een probleem; de afgelopen decennia zijn tal van definities ontwikkeld. Feitelijk is veerkracht een paraplubegrip geworden waaronder talloze concepten en benaderingen schuilgaan. In het kader van deze redactionele inleiding op dit themanummer is het ondoenlijk om deze diversiteit te beschrijven en recht doen. Een paar zaken lichten we eruit om toch enige ordening aan te brengen. Wat terug lijkt te komen in de meesten beschrijvingen van veerkracht is dat er altijd twee elementen aanwezig zijn om te kunnen spreken van veerkracht bij individuen of sociale systemen zoals families, organisaties of scholen. Er is sprake van een negatieve gebeurtenis of tegenslag die om een aanpassing vraagt en er is sprake van succesvolle aanpassing. We spreken van succesvolle aanpassing wanneer blijkt dat een individu of een sociaal systeem weer op vergelijkbare manier functioneert als voor de gebeurtenis (Masten & Obradovic, 2006).

Een belangrijk onderscheid is dat je kunt spreken van veerkracht als fysiek herstel aan de ene kant en van veerkracht als duurzaam vermogen om te investeren in doelen aan de andere kant (Zautra, Arewasikporn & Davis, 2010). Bij veerkracht als fysiek herstel gaat het vooral een goede balans tussen activiteiten van het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel. Het zijn automatische lichamelijke processen, die zorgen voor homeostase en terugkeer van ontspanning na een korte periode van stress.

Een belangrijke indicator van de aanwezigheid c.q. het ontbreken van fysiek herstel is bijvoorbeeld de aanwezigheid van het hormoon cortisol in het bloed. Bij veerkracht als vermogen om te blijven investeren in doelen gaat om de vraag of mensen, ondanks de aanwezigheid van langdurige aanwezige stressoren, psychologisch goed kunnen blijven functioneren. Mensen met duurzame veerkracht blijven zich inzetten voor betekenisvolle doelen en blijven positieve emoties ervaren, ondanks de confrontatie met acute of chronische negatieve gebeurtenissen.

Masten & Obradovic (2006) geven een overzicht van systemen van adaptie die een rol spelen bij veerkracht van kinderen.

Deze aanpassingssystemen worden consistent genoemd in wetenschappelijke literatuur en onderzoek:

  • Het lerend vermogen van onze hersenen: problemen oplossen, informatie verwerken.
  • Hechtingsprocessen: het vermogen om stabiele, intieme relaties te hebben met verzorgers, vrienden, liefdespartners.
  • Motivatie en vertrouwen: het vermogen om te volharden in gedrag gericht op betekenisvolle doelen, dat tot beloningen leidt.
  • Stressreacties: fysiologische systemen die een rol spelen bij herstel zoals hierboven besproken.
  • Zelfregulatie: het reguleren van emoties, aandacht en geheugen.
  • Familie: de relatie met opvoeders, broers en zussen, cohesie binnen een gezin, rituelen.
  • School: de relatie met leraren, waarden en verwachtingen.
  • Sociale relaties: vrienden, sociale groepen, waarden en normen.
  • Cultuur en maatschappij: religie, tradities, waarden, wetgeving.

 Psychologisch welbevinden

Het is een relevant overzicht omdat het duidelijk maakt dat veel systemen een rol spelen bij veerkracht en omdat veerkracht niet alleen wordt bepaald door individuele factoren, maar ook door sociale en omgevingsfactoren. Voor werkende volwassenen gelden dezelfde factoren, maar is eerder het organisatieklimaat dan het schoolklimaat relevant. Het voorafgaande maakt ook duidelijk dat de positieve psychologie een belangrijke bijdrage kan leveren aan wetenschappelijk onderzoek naar veerkracht en naar interventies die veerkracht bevorderen.

Zo zijn er studies die laten zien dat emotioneel welbevinden en vooral positieve emoties het herstel van ziektes bevorderen (Diener & Chan, 2011; Lamers et al., 2012). Ook is er al aardig wat onderzoek gedaan dat laat zien dat psychologisch welbevinden geassocieerd is met meer aanpassingsvermogen en veerkracht (voor overzichten- zie bijvoorbeeld Bohlmeijer, Bolier, Westerhof & Walburg, 2014; Ryff, 2014; Walburg, 2015).

Het succesvol reguleren van onplezierige emoties (acceptatie, zelfcompassie), zicht houden op positieve doelen en vertrouwen dat deze doelen bereikt worden (hoop, optimisme), humor en oog houden voor positieve ervaringen (positieve emoties, ‘savouring’), het aanwezig zijn en aanvaarden van hulp en aandacht van vrienden (sociale steun en positieve relaties) zijn voorbeelden van processen die bijdragen aan succesvolle aanpassing bij tegenslag. En zo zou je ook kunnen verwachten dat het bewustzijn en het ontwikkelen van sterke kanten bijdragen aan het vermogen om met tegenslag en stressoren om te gaan.