Winterblues bestaat, en zo overleef je het

NRC, Rik Rutten,18 januari 2019

Winterdip

Winterblues bestaat, en zo overleef je het

Wie in de winter van somberheid aan elkaar hangt, kan een paar dingen doen. Zoek het licht!

‘O echt?”

Ik kreeg er een verbaasde blik bij van de Zweedse studievriend bij wie ik mijn hart had gelucht over de Scandinavische winter die we doormaakten.

Dat die zich bij mij en mijn klasgenoten als een grauwsluier in het hoofd had genesteld, dat kon hij nog goed begrijpen. Ook na een leven vol van zulke winters was het voor hem niet anders, zei hij (daar vervloog mijn hoop).

Nee, verbaasd was hij over de pogingen die wij, buitenlandse bannelingen in een kil seizoen in Uppsala, ondernamen om ons aan de greep van de winter te ontworstelen. Een voor een gingen ballingen op vliegreis naar de zon, zelf nam ik mijn toevlucht tot de vitaminepillen die mijn vriendin in grootverpakking had ingevoerd.

Kon ik niet gewoon aanvaarden dat mijn stemmingswisseling net zo goed bij de winter hoorde als de korte baantjes van de zon en het kruien van het ijs in de baaien van Stockholm? „De nachten worden langer, de dagen kouder en iedereen een beetje somberder”, somde hij op. „Zo gaat dat nu eenmaal.”

Als onze Noord-Europese wintermaanden somber stemmen, spant januari de kroon. Konden Sinterklaas en Kerst de treurnis nog even buiten de deur houden, in het nieuwe jaar is er geen houden meer aan. De kater van de feestdagen dient zich aan in het hoofd, in de portemonnee, op de weegschaal. Afgetuigde kerstbomen verslonzen op de stoep. De sportscholen, heel even draaiend op volle capaciteit, lopen langzaam weer leeg.

Expeditiearts Floris van den Berg bracht een poolwinter door op Antarctica: ‘Alsof je op een andere planeet bent’

En al is de kortste dag – 21 december – achter de rug en al beleven we hier niet de zonloze poolnachten van het Hoge Noorden, geen maand krijgt zo weinig zonlicht als de eerste maand van het jaar. Een magere 8,5 uur scheidt de zonsopkomst vandaag van de zonsondergang – half juni is dat bijna het dubbele. Geen klimaatverandering of klokverzetting die daar iets aan verandert.

De gespreksstof voegt zich naar de omstandigheden. Voortijdig gesneuvelde goede voornemens. Nog te verliezen kerstkilo’s. En kijk! Blue Monday staat voor de deur: was de derde maandag van januari niet de depressiefste dag van het jaar? Als er een taboe op depressie rust, is er in januari weinig van te merken.

Hippocrates schreef over de sombere kant van de winter al in de vierde eeuw voor Christus

Nú al? Pas toen ik me eens zodanig had verslapen dat de zon zijn neerwaartse gang al had ingezet toen ik voor het eerst uit het raam keek en wist dat hier geen vitaminepil tegen bestand was, vroeg ik me af: hoeveel valt hier nou eigenlijk aan te doen?

Slapen en honger

Eerst dit: winterdepressies bestaan, zoveel is zeker.

Zeldzaam zijn ze ook, zegt psychiater Witte Hoogendijk. Drie procent van de Nederlandse bevolking lijdt aan een „seizoensgebonden depressie”, de wetenschappelijke naam, onder ingewijden ook wel aangeduid als Seasonal Affective Disorder, kortweg SAD. Zo’n depressie kan in elk seizoen optreden, maar het aantal zomerdepressies is aanmerkelijk kleiner. Geen verrassingen, tot dusver.

De symptomen van een winterdepressie hebben veel weg van die van een reguliere depressie – een onvermogen van het leven te genieten, een sombere stemming, besluiteloosheid en zo nog wat – met twee belangrijke verschillen. Ten eerste: wie lijdt aan een winterdepressie wordt niet slapeloos, maar slaapt vaak juist veel. En twee: waar andere depressies vaak de eetlust ontnemen, kweekt de winterse variant juist een ongeremde honger. Een derde kenmerk is volgens Hoogendijk moeilijker vast te stellen maar er bestaan wel sterke aanwijzingen voor: een toegenomen angst voor sociale afwijzing.

Het zijn juist die symptomen, zegt hij, die heel goed passen bij een ander fenomeen: de winterslaap. „Dan wil je immers veel eten om bevoorraad te zijn, diep slapen om de winter door te komen en niemand voor het hoofd stoten als je met een grote groep in een kleine grot zit.”

NRC Slim leven

Elke maandag de beste stukken over zelfverbetering en levensvragen.

Bovenkant formulier

Onderkant formulier

Of er een verband bestaat, is sterk de vraag. Belangrijker, volgens Hoogendijk: zo’n depressie is een natuurlijk fenomeen, niet iets dat we onszelf aanpraten. Volg je de breedtegraden op de kaart, dan sluipt het aantal patiënten omhoog naarmate je de poolcirkel nadert.

En net als een medische verklaring (een ontregelde biologische klok) en een lijst van symptomen, is er ook een effectieve oplossing: lichttherapie. Zo succesvol zelfs, volgens Hoogendijk, dat hij in het Rotterdamse Erasmus MC inmiddels experimenteert met therapieën die ook postnatale depressies en andere varianten met licht moeten behandelen.

Maar je hoeft geen depressie te hebben om je somber te voelen, benadrukt hij. „Als dat je één keer overkomt, heb je nog geen seizoensdepressie.” Een flink grotere groep Nederlanders kampt met een milde variant, de winterblues. Nog veel groter is de groep die in meer of mindere mate seizoensgebonden stemmingswisselingen voelt zonder officiële diagnose.

Licht kan ook voor die groep een hulpmiddel zijn, verzekert Hoogendijk. Maar dat lost niet alles op. Een medische depressie is het dan misschien niet, het blijft een onbestemd gevoel van gemis, van leegte, een gevoel dat in mijn Zweedse winters zelfs de zonreizen en vitaminepillen niet konden wegnemen.

En al is Blue Monday dan een marketingstunt, – verzonnen door een reisbureau op jacht naar zonaanbidders – die neerslachtige stemming is geen verzinsel. Hippocrates schreef over de sombere kant van de winter al in de vierde eeuw voor Christus, en dan had hij nog makkelijk praten vanaf zijn Griekse eiland (geschatte temperatuur vandaag: 16 graden, met een klein buitje).

Praten over de somberheid

Hoe koud het ook wordt, de winter maakt van de Zweden geen thuisblijvers. Je vindt ze in cafés en op straat, dik ingepakt met lagen thermokleding. In de parken en op de langlaufroutes is het druk, zelfs als de temperaturen voorbij min 20 zijn gezakt.

Hard wetenschappelijk bewijs ontbreekt, maar als er een gemene deler lijkt te zijn onder de groepen die het minst lijden onder de winter – jongeren, bijvoorbeeld, en buitenmensen – is het de gezonde staat van lichaam en geest. Sporten dus, en zoeken naar een zweem van gezelligheid. Wat Nederlanders graag beschouwen als unieke nationale traditie, is van Denemarken (hygge) tot Noorwegen (koselig) gemeengoed.

Actief worden en reflecteren, dat is het devies. En als de sombere gemoedstoestand zelf het onderwerp van gesprek wordt? Dat kan alleen maar goed doen, denkt psychiater Hoogendijk. „Ik zie het als een teken van volwassenwording in onze manier van denken dat het taboe rond somberheid afneemt, dat we daarover kunnen lezen en praten. Een sombere stemming hóórt bij de menselijke conditie. Het is alleen maar winst als we dat meer aanvaarden.”

En ineens begreep ik wat die Zweedse vriend bedoelde die niets zag in alle vluchtpogingen: terugkomen moest je uiteindelijk toch, en dan was het nog lang geen lente. De berusting die hij verwoordde was niet de acceptatie van het gebrek aan oplossingen. Die berusting wás de oplossing.

Het lijkt erop dat vegetariërs vaker lijden aan een seizoensdepressie. Lees ook: De vreemde somberheid van vegetariërs

„Denken als de winter”, noemt Wallace Stevens het in zijn gedicht De Sneeuwman: de moeizame taak om in het ruisen van de wind géén van hogerhand opgelegde droefenis terug te horen, geen diepere boodschap te zien in de „jeneverbessen vol ijskristallen, de sparren bars in de schittering van de januarizon”.

Beter af is degene die de stilte en de leegte waarneemt in het landschap om zich heen – en in zichzelf. Die zich somber durft te voelen, zonder het eigen gemoed te wantrouwen of terug te schrikken. Geslaagd is de overwinteraar die volgens Stevens „niets waarneemt dat er niet is, en het niets waarneemt dat is”.

Januari is de uitgelezen maand voor introspectie. Een kans somber te zijn zonder moedeloos te worden. Niet oordelen, maar aanvoelen, benoemen, alleen of in gezelschap. En dan bedenken dat de dagen zich beetje bij beetje weer langer uitstrekken, de zon steeds langere baantjes trekt totdat, op een ochtend, als vanzelf de lente aanbreekt. Gelukkig maar.

Wat te doen in de winter?

Zoek het licht op. Psychiater Witte Hoogendijk raadt aan voor tien uur ’s ochtends een half uur daglicht binnen te krijgen. Is het bewolkt? Ook dan dringt de zon door.

Word actief. Een rondje hardlopen of een wandeltocht is gezond en houdt de bloedsomloop op gang. Dat geldt ook voor een bezoek aan de sauna – en niet alleen in de winter.

Koester de voordelen van de wintermaanden. Als althans in Nederland de kou nog inzet. Geniet extra van het schaatsen, de sneeuwwandelingen, pompoensoep, chocolademelk – zolang het nog kan.

Wie in de winter van somberheid aan elkaar hangt, kan een paar dingen doen. Zoek het licht!

  • NRC, Rik Rutten

18 januari 2019

‘O echt?”

Ik kreeg er een verbaasde blik bij van de Zweedse studievriend bij wie ik mijn hart had gelucht over de Scandinavische winter die we doormaakten. Dat die zich bij mij en mijn klasgenoten als een grauwsluier in het hoofd had genesteld, dat kon hij nog goed begrijpen. Ook na een leven vol van zulke winters was het voor hem niet anders, zei hij (daar vervloog mijn hoop).

Nee, verbaasd was hij over de pogingen die wij, buitenlandse bannelingen in een kil seizoen in Uppsala, ondernamen om ons aan de greep van de winter te ontworstelen. Een voor een gingen ballingen op vliegreis naar de zon, zelf nam ik mijn toevlucht tot de vitaminepillen die mijn vriendin in grootverpakking had ingevoerd.

Kon ik niet gewoon aanvaarden dat mijn stemmingswisseling net zo goed bij de winter hoorde als de korte baantjes van de zon en het kruien van het ijs in de baaien van Stockholm? „De nachten worden langer, de dagen kouder en iedereen een beetje somberder”, somde hij op. „Zo gaat dat nu eenmaal.”

Als onze Noord-Europese wintermaanden somber stemmen, spant januari de kroon. Konden Sinterklaas en Kerst de treurnis nog even buiten de deur houden, in het nieuwe jaar is er geen houden meer aan. De kater van de feestdagen dient zich aan in het hoofd, in de portemonnee, op de weegschaal. Afgetuigde kerstbomen verslonzen op de stoep. De sportscholen, heel even draaiend op volle capaciteit, lopen langzaam weer leeg.

Expeditiearts Floris van den Berg bracht een poolwinter door op Antarctica: ‘Alsof je op een andere planeet bent’

En al is de kortste dag – 21 december – achter de rug en al beleven we hier niet de zonloze poolnachten van het Hoge Noorden, geen maand krijgt zo weinig zonlicht als de eerste maand van het jaar. Een magere 8,5 uur scheidt de zonsopkomst vandaag van de zonsondergang – half juni is dat bijna het dubbele. Geen klimaatverandering of klokverzetting die daar iets aan verandert.

De gespreksstof voegt zich naar de omstandigheden. Voortijdig gesneuvelde goede voornemens. Nog te verliezen kerstkilo’s. En kijk! Blue Monday staat voor de deur: was de derde maandag van januari niet de depressiefste dag van het jaar? Als er een taboe op depressie rust, is er in januari weinig van te merken.

Hippocrates schreef over de sombere kant van de winter al in de vierde eeuw voor Christus

Nú al? Pas toen ik me eens zodanig had verslapen dat de zon zijn neerwaartse gang al had ingezet toen ik voor het eerst uit het raam keek en wist dat hier geen vitaminepil tegen bestand was, vroeg ik me af: hoeveel valt hier nou eigenlijk aan te doen?

Slapen en honger

Eerst dit: winterdepressies bestaan, zoveel is zeker.

Zeldzaam zijn ze ook, zegt psychiater Witte Hoogendijk. Drie procent van de Nederlandse bevolking lijdt aan een „seizoensgebonden depressie”, de wetenschappelijke naam, onder ingewijden ook wel aangeduid als Seasonal Affective Disorder, kortweg SAD. Zo’n depressie kan in elk seizoen optreden, maar het aantal zomerdepressies is aanmerkelijk kleiner. Geen verrassingen, tot dusver.

De symptomen van een winterdepressie hebben veel weg van die van een reguliere depressie – een onvermogen van het leven te genieten, een sombere stemming, besluiteloosheid en zo nog wat – met twee belangrijke verschillen. Ten eerste: wie lijdt aan een winterdepressie wordt niet slapeloos, maar slaapt vaak juist veel. En twee: waar andere depressies vaak de eetlust ontnemen, kweekt de winterse variant juist een ongeremde honger. Een derde kenmerk is volgens Hoogendijk moeilijker vast te stellen maar er bestaan wel sterke aanwijzingen voor: een toegenomen angst voor sociale afwijzing.

Het zijn juist die symptomen, zegt hij, die heel goed passen bij een ander fenomeen: de winterslaap. „Dan wil je immers veel eten om bevoorraad te zijn, diep slapen om de winter door te komen en niemand voor het hoofd stoten als je met een grote groep in een kleine grot zit.”

Of er een verband bestaat, is sterk de vraag. Belangrijker, volgens Hoogendijk: zo’n depressie is een natuurlijk fenomeen, niet iets dat we onszelf aanpraten. Volg je de breedtegraden op de kaart, dan sluipt het aantal patiënten omhoog naarmate je de poolcirkel nadert.

En net als een medische verklaring (een ontregelde biologische klok) en een lijst van symptomen, is er ook een effectieve oplossing: lichttherapie. Zo succesvol zelfs, volgens Hoogendijk, dat hij in het Rotterdamse Erasmus MC inmiddels experimenteert met therapieën die ook postnatale depressies en andere varianten met licht moeten behandelen.

Maar je hoeft geen depressie te hebben om je somber te voelen, benadrukt hij. „Als dat je één keer overkomt, heb je nog geen seizoensdepressie.” Een flink grotere groep Nederlanders kampt met een milde variant, de winterblues. Nog veel groter is de groep die in meer of mindere mate seizoensgebonden stemmingswisselingen voelt zonder officiële diagnose.

Licht kan ook voor die groep een hulpmiddel zijn, verzekert Hoogendijk. Maar dat lost niet alles op. Een medische depressie is het dan misschien niet, het blijft een onbestemd gevoel van gemis, van leegte, een gevoel dat in mijn Zweedse winters zelfs de zonreizen en vitaminepillen niet konden wegnemen.

En al is Blue Monday dan een marketingstunt, – verzonnen door een reisbureau op jacht naar zonaanbidders – die neerslachtige stemming is geen verzinsel. Hippocrates schreef over de sombere kant van de winter al in de vierde eeuw voor Christus, en dan had hij nog makkelijk praten vanaf zijn Griekse eiland (geschatte temperatuur vandaag: 16 graden, met een klein buitje).

Praten over de somberheid

Hoe koud het ook wordt, de winter maakt van de Zweden geen thuisblijvers. Je vindt ze in cafés en op straat, dik ingepakt met lagen thermokleding. In de parken en op de langlaufroutes is het druk, zelfs als de temperaturen voorbij min 20 zijn gezakt.

Hard wetenschappelijk bewijs ontbreekt, maar als er een gemene deler lijkt te zijn onder de groepen die het minst lijden onder de winter – jongeren, bijvoorbeeld, en buitenmensen – is het de gezonde staat van lichaam en geest. Sporten dus, en zoeken naar een zweem van gezelligheid. Wat Nederlanders graag beschouwen als unieke nationale traditie, is van Denemarken (hygge) tot Noorwegen (koselig) gemeengoed.

Actief worden en reflecteren, dat is het devies. En als de sombere gemoedstoestand zelf het onderwerp van gesprek wordt? Dat kan alleen maar goed doen, denkt psychiater Hoogendijk. „Ik zie het als een teken van volwassenwording in onze manier van denken dat het taboe rond somberheid afneemt, dat we daarover kunnen lezen en praten. Een sombere stemming hóórt bij de menselijke conditie. Het is alleen maar winst als we dat meer aanvaarden.”

En ineens begreep ik wat die Zweedse vriend bedoelde die niets zag in alle vluchtpogingen: terugkomen moest je uiteindelijk toch, en dan was het nog lang geen lente. De berusting die hij verwoordde was niet de acceptatie van het gebrek aan oplossingen. Die berusting wás de oplossing.

Het lijkt erop dat vegetariërs vaker lijden aan een seizoensdepressie. Lees ook: De vreemde somberheid van vegetariërs

„Denken als de winter”, noemt Wallace Stevens het in zijn gedicht De Sneeuwman: de moeizame taak om in het ruisen van de wind géén van hogerhand opgelegde droefenis terug te horen, geen diepere boodschap te zien in de „jeneverbessen vol ijskristallen, de sparren bars in de schittering van de januarizon”.

Beter af is degene die de stilte en de leegte waarneemt in het landschap om zich heen – en in zichzelf. Die zich somber durft te voelen, zonder het eigen gemoed te wantrouwen of terug te schrikken. Geslaagd is de overwinteraar die volgens Stevens „niets waarneemt dat er niet is, en het niets waarneemt dat is”.

Januari is de uitgelezen maand voor introspectie. Een kans somber te zijn zonder moedeloos te worden. Niet oordelen, maar aanvoelen, benoemen, alleen of in gezelschap. En dan bedenken dat de dagen zich beetje bij beetje weer langer uitstrekken, de zon steeds langere baantjes trekt totdat, op een ochtend, als vanzelf de lente aanbreekt. Gelukkig maar.

Wat te doen in de winter?

Zoek het licht op. Psychiater Witte Hoogendijk raadt aan voor tien uur ’s ochtends een half uur daglicht binnen te krijgen. Is het bewolkt? Ook dan dringt de zon door.

Word actief. Een rondje hardlopen of een wandeltocht is gezond en houdt de bloedsomloop op gang. Dat geldt ook voor een bezoek aan de sauna – en niet alleen in de winter.

Koester de voordelen van de wintermaanden. Als althans in Nederland de kou nog inzet. Geniet extra van het schaatsen, de sneeuwwandelingen, pompoensoep, chocolademelk – zolang het nog kan.